-
1 Menge
Menge〈v.; Menge, Mengen〉2 massa, hoop♦voorbeelden:die Menge muss es bringen • de grote omzet moet het doen〈 informeel〉 er weiß eine Menge • hij weet heel veel, een boeljede Menge Arbeit • een (hele) hoop werk〈 informeel〉 er hat Bücher in rauen Mengen • hij heeft een ontzettende hoop, ontzaglijk veel boeken -
2 eine begrenzte Menge
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский